In de Rotterdamse wijken Charlois en Carnisse wonen mensen met heel verschillende achtergronden. Migranten uit Polen en Bulgarije maar ook 1e,2e of 3e generatie Rotterdammers met Turkse, Marokkaanse of Surinaamse wortels. Velen van hen spreken goed Nederlands of Engels maar een deel ook alleen hun moedertaal. Dat maakt communicatie in de apotheek er niet makkelijker op. Gelukkig staan er vaak assistenten en apothekers achter de balie die zelf ook een migratieachtergrond hebben. Daardoor kunnen zij klanten die het Nederlands onvoldoende beheersen ook vaak in hun oorspronkelijke taal helpen.
Widiane (Marokkaanse wortels), Nuriye (Turkse wortels) en Pieter (in zijn eigen woorden een kaaskop) bespreken hoe ze in hun eigen BENU-apotheek team omgaan met de communicatieve uitdagingen in dienstverlening aan hun diverse klantenkring.